BGH: KI kan geen uitvinder zijn

News  >  Gewerblicher Rechtsschutz  >  BGH: KI kan geen uitvinder zijn

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Invloed van kunstmatige intelligentie op het octrooirecht – BGH, Az. X ZB 5/22

 

Het gebruik van kunstmatige intelligentie – kortweg KI – is een veelbesproken onderwerp. Dit brengt ook juridische vraagstukken met zich mee. Het Duitse Federale Hof van Justitie heeft nu een belangrijke beslissing genomen met betrekking tot het octrooirecht. Met een besluit van 11 juni 2024 heeft de BGH duidelijk gemaakt dat een KI geen uitvinder in de zin van de octrooiwet kan zijn (Az.: X ZB 5/22).

Kunstmatige intelligentie dringt steeds verder door in ons leven. De opkomst van KI roept echter ook juridische vragen op, die ook betrekking hebben op het auteursrecht en octrooirecht, aldus het advocatenkantoor MTR Legal, dat onder andere adviseert over intellectuele eigendomsrechten.

Aan de procedure bij de BGH lag ten grondslag dat een octrooi werd aangevraagd voor een uitvinding die zelfstandig door een KI was gegenereerd. De uitvinding betrof een container voor voedsel en dranken. De KI zou als uitvinder van de container worden geregistreerd.

 

Octrooibureau wijst registratie van KI als uitvinder af

 

Het Duitse Patent- en Merkenbureau (DPMA) heeft de aanvraag afgewezen. Deze beslissing werd gemotiveerd met het feit dat alleen een natuurlijk persoon als uitvinder kan worden geregistreerd. Tegen deze beslissing werd beroep aangetekend bij het Federale Octrooirechtbank. In het eerste aanvullende verzoek had de aanvrager zonder succes de vaststelling gevraagd dat vermelding van de uitvinder niet nodig was. Met een ander aanvullend verzoek had de aanvrager S. succes. Hierin zou de formulering luiden dat S. de kunstmatige intelligentie heeft aangespoord om de uitvinding te genereren.

Deze formulering werd door de Federale Octrooirechtbank toegelaten omdat deze in overeenstemming was met de voorschriften voor de vermelding van de uitvinder volgens § 7, lid 2 van de octrooiordening. Daarom behoort de DPMA de vermelding van de uitvinder als formeel en tijdig ingediend te erkennen. Hiertegen heeft de voorzitter van het Duitse Patent- en Merkenbureau ook weer beroep aangetekend.

 

Alleen natuurlijke personen kunnen uitvinders zijn

 

De zaak kwam uiteindelijk voor de BGH en de rechters in Karlsruhe bevestigden de beslissing van de octrooirechtbank. Daarbij stelde de BGH eerst duidelijk dat volgens de huidige rechtspositie alleen natuurlijke personen als uitvinder kunnen worden genoemd en geen machines. Met het recht van de uitvinder op vermelding van zijn naam heeft de wetgever zijn uitvinderschap of zijn eer als uitvinder erkend. Hieruit volgt echter ook dat een kunstmatige intelligentie niet als uitvinder of mede-uitvinder mag worden genoemd. Vergelijkbare beslissingen zijn ook al in andere landen genomen.

De beslissing van de octrooirechtbank om het aanvullende verzoek met vermelding van de aanvrager te erkennen is echter niet te bekritiseren. Hier wordt zoals vereist een natuurlijke persoon genoemd en vermeld dat de uitvinder ook de aanvrager is, aldus de BGH. De aanvullende verwijzing naar de KI is niet in strijd met de octrooiverordening.

 

Positie als uitvinder omvat ook juridische relaties

 

De BGH vervolgde dat de positie van de uitvinder niet alleen het vinden van een nieuwe technische leer omvat. Het omvat ook juridische relaties. Zo kan een uitvinder recht hebben op een octrooi. Daarnaast bestaat ook het uitvinderspersoonsrecht. Een natuurlijke persoon kan ook als uitvinder worden genoemd als hij een kunstmatige intelligentie heeft gebruikt.

Om de vraag te beoordelen of er een creatieve bijdrage is die de positie van uitvinder rechtvaardigt, is het volgens de constante rechtspraak van de BGH niet vereist dat deze bijdrage een zelfstandige uitvindingswaarde heeft. Belangrijk is dat de menselijke bijdrage het algehele succes wezenlijk beïnvloedt. De aard en intensiteit van de menselijke bijdrage zijn daarentegen niet doorslaggevend.

 

Uitvinding zonder mens niet mogelijk

 

Ook al heeft een kunstmatige intelligentie een wezenlijke bijdrage aan de uitvinding geleverd, dan is dit niet in tegenspraak met de aanname dat ten minste een natuurlijke persoon vanwege zijn bijdrage als uitvinder moet worden beschouwd. Een systeem dat zonder enige menselijke invloed naar technische leerscholen zoekt, bestaat volgens de huidige stand van de wetenschap niet, maakte de BGH duidelijk. Daarom is ook de vermelding van een natuurlijke persoon als uitvinder altijd mogelijk.

De BGH heeft met zijn besluit duidelijk gemaakt dat bij elke uitvinding de mens nog steeds beslissend is, ook al gebruikt hij KI. Dit kan ook invloed hebben op toekomstige beslissingen in het octrooirecht of auteursrecht in verband met het gebruik van kunstmatige intelligentie.

 

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert inzake intellectuele eigendomsbescherming.

Neem gerust contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!