BFH: Verliesverrekening bij termijntransacties

News  >  BFH: Verliesverrekening bij termijntransacties

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Twijfels over de grondwettelijkheid van de verliesverrekeningsbeperking

 

De federale belastingrechtbank heeft twijfels of de beperkingen bij de verliesverrekening van termijncontracten volgens § 20 lid 6 zin 5 in de versie van de Jahressteuergesetz 2020 grondwettelijk kunnen zijn. Dat heeft de FBR op 7 juni 2024 duidelijk gemaakt met besluit A.Z.: VIII B 113/23 (AdV).

Volgens de verliesverrekeningsbeperking bij termijncontracten volgens § 20 lid 6 zin 5 van het EStG kunnen verliezen uit termijncontracten slechts zeer beperkt worden verrekend. Een verrekening is alleen mogelijk tot een bedrag van 20.000 euro per jaar en dan ook alleen met winsten uit vergelijkbare transacties, aldus het advocatenkantoor MTR Legal, dat onder andere adviseert op het gebied van belastingrecht.

 

Gelijkheidsbeginsel

 

De regel staat echter ter discussie, omdat deze het gelijkheidsbeginsel uit de grondwet zou kunnen schenden. Ook de federale belastingrechtbank heeft met haar besluit van 7 juni 2024 haar twijfels over de grondwettelijkheid van deze regeling geuit.

In het onderliggende geval handelde de eiser in het betwiste jaar via een broker met Contracts for Difference (CFD). Daarnaast behaalde hij naast inkomsten uit vermogensinkomsten ook belastingvrije, onder de progressievoorbehoud vallende inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid in Luxemburg. In de belastingaangifte voor het betwiste jaar gaf hij inkomsten uit buitenlandse vermogenswinsten uit termijncontracten ter hoogte van ongeveer 250.000 euro en verliezen uit termijncontracten ter hoogte van ongeveer 227.000 euro aan.

Het belastingkantoor gaf aan dat het de verliezen uit de termijncontracten tot het wettelijke maximum van 20.000 euro met de winsten had verrekend. De overige verliezen ter hoogte van ongeveer 207.000 euro zijn in de verliesvaststelling verwerkt. De eiser bestreed de belastingaanslag en uitte grondwettelijke bezwaren tegen de beperking van de verliescompensatie van de winsten en verliezen van termijncontracten in het betwiste jaar. Hij eiste dat alleen de winst na aftrek van de verliezen uit de termijncontracten fiscaal in aanmerking zou worden genomen, namelijk ongeveer 23.000 euro.

 

Opschorting van uitvoering

 

De bevoegde belastingrechtbank honoreerde een verzoek van de eiser om opschorting van de uitvoering (AdV). Dit motiveerde zij met aanzienlijke constitutionele bezwaren met betrekking tot de verenigbaarheid van de verliesverrekeningsbeperking bij termijncontracten met Art. 3 lid 1 van de grondwet (GG). Bijgevolg is ook de rechtmatigheid van de uitgevaardigde inkomstenbelastingsaanslag twijfelachtig.

Het federale belastingrechtbank bevestigde de beslissing van de belastingrechtbank in het beroepsproces. Ze heeft de aangevochten belastingaanslag terecht van uitvoering vrijgesteld. De federale belastingrechtbank deelt de twijfels over de verenigbaarheid van de verliesverrekeningsbeperking voor termijncontracten met de grondwet.

De rechters benadrukten dat volgens het gelijkheidsbeginsel van de grondwet wezenlijk gelijke gevallen gelijk en wezenlijk ongelijke gevallen ongelijk behandeld moeten worden. Dit principe is geschonden wanneer er geen redelijk of inzichtelijk onderscheid bestaat voor differentiatie. § 20 lid 6 zin 5 van het EStG veroorzaakt een dubbele ongelijke behandeling van belastingplichtigen, afhankelijk van of ze verliezen uit termijncontracten of andere kapitaalinvesteringen behalen, omdat verliezen uit termijncontracten alleen met winsten uit termijncontracten kunnen worden verrekend.

 

FBR bekritiseert ongelijke behandeling

 

Deze ongelijke behandeling wordt verder versterkt door de asymmetrische fiscale waardering van winsten en verliezen uit termijncontracten, voerde de federale belastingrechtbank verder aan. Deze asymmetrie zorgt ervoor dat verliezen uit termijncontracten jaarlijks alleen met een maximum van 20.000 euro in aanmerking kunnen worden genomen, terwijl de resterende winsten volledig worden belast. Dit kan ertoe leiden dat uiteindelijk winsten worden belast die economisch niet zijn behaald. Een aanvullende bijdrageplicht uit andere inkomstenbronnen kan het gevolg zijn. Zo behaalde de belastingplichtige in de onderhavige zaak in het betwiste jaar een economische totale winst van ongeveer 23.000 euro, maar zou hij ongeveer 53.000 euro inkomstenbelasting moeten betalen. Een verdere verrekening van de verliezen zou met een maximum van 20.000 euro nog tien jaar duren. Voorwaarde hiervoor is echter dat de belastingplichtige ook in de toekomst voldoende winsten blijft behalen, aldus de federale belastingrechtbank.

Voor deze ongelijke behandeling ziet de federale belastingrechtbank geen rechtsgrond en heeft daarom constitutionele bezwaren. Om de grondwettelijkheid te verduidelijken, heeft de federale belastingrechtbank het grondwettelijk hof ingeschakeld.

Indien de verliesverrekeningsbeperking bij termijncontracten werkelijk ongrondwettelijk zou zijn, zou dit aanzienlijke gevolgen hebben voor de bestaande praktijk. Voor getroffen belastingplichtigen kan het daarom raadzaam zijn om op tijd tegen de belastingaanslag te vechten.

 

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert in belastingrecht en bij belastinggeschillen met de autoriteiten.

Neem gerust contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!