BFH over de gunst van de erfbelasting

News  >  Erbrecht  >  BFH over de gunst van de erfbelasting

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Parkeergarage is geen bedrijfsvermogen – Arrest van de BFH van 28.02.2024, Az.: II R 27/21

 

Perceel dat aan derden voor gebruik is overgedragen, wordt niet als bedrijfsvermogen, maar als beheersvermogen beschouwd. Daarom kunnen dergelijke percelen in het kader van de erfbelasting niet worden begunstigd. Dat heeft het Bundesfinanzhof (BFH) beslist met arrest van 28 februari 2024 (Az.: II R 27/21).

 

Bij bedrijfsopvolging kunnen er bij de erfbelasting begunstigingen zijn. Onder bepaalde voorwaarden kan de erfgenaam een ontheffingskorting tot een hoogte van 85 procent claimen. Ook een 100-procentige ontheffingskorting is mogelijk als de erfgenaam het bedrijf minstens zeven jaar voortzet met inachtneming van de loonsom, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat o.a. advies geeft in belastingrecht. Voorwaarde voor de begunstiging is echter dat het om bedrijfsvermogen gaat. Beheersvermogen wordt niet begunstigd.

 

Beheersvermogen wordt fiscaal niet begunstigd

 

De BFH moest in de onderliggende procedure beslissen of een perceel met een parkeergarage in de nalatenschap van de erflater als bedrijfsvermogen of beheersvermogen geldt.

 

Eiser was in het onderliggende geval de zoon en enige erfgenaam van de in 2018 overleden erflater. Tot de erfenis behoort het eenmansbedrijf van de vader, dat een perceel met parkeergarage en tankstation omvatte. Het tankstation had de erflater aan een GmbH verpacht, de parkeergarage had hij oorspronkelijk zelf als eenmanszaak geëxploiteerd, voordat hij het in 2000 voor onbepaalde tijd aan zijn zoon en huidige erfgenaam verpachtte. Na het overlijden van de erflater stelde de belastingdienst de waarde van het bedrijfsvermogen vast. De parkeergarage werd als beheersvermogen gekwalificeerd. Bijgevolg kon het bij de erfbelasting niet worden begunstigd.

 

De zoon was van mening dat er geen beheersvermogen bestond en ging tegen de vaststelling van de belastingdienst in beroep. Zijn beroep bleef bij het Finanzgericht en ook bij het Bundesfinanzhof zonder succes. De BFH bevestigde de inschatting dat de parkeergarage tot het beheersvermogen behoort.

 

 

Aan derden voor gebruik overgedragen percelen zijn beheersvermogen

 

Als motivering voerde de BFH aan dat tot het van erfbelasting begunstigd uitgesloten beheersvermogen o.a. ook percelen en perceeldelen behoren die aan derden voor gebruik zijn overgedragen. Tot de wezenlijke bestanddelen van een perceel behoren de met de grond en bodem vast verbonden zaken, met name de gebouwen. Dienovereenkomstig dient ook een parkeergarage als perceeldeel te worden beschouwd.

 

“Derde” is weer elke persoon die niet identiek is aan de gebruiksoeverlater. Dat kunnen natuurlijke personen maar ook kapitaal- en personenvennootschappen zijn. Op de juridische grondslag voor de overdracht komt het bij de erfbelastingkwalificatie als beheersvermogen niet aan. De gebruiksovereenstemming kan bijvoorbeeld – tegen betaling of zonder de betaling – in het kader van een huur- of pachtovereenkomst plaatsvinden, verduidelijkte de BFH.

 

Daarom heeft het Finanzgericht terecht beslist dat het bij de parkeergarage en het tankstation om aan derden voor gebruik overgedragen percelen gaat. Beide gebouwen waren ten tijde van het overlijden van de erflater verpacht.

 

Voorwaarde voor fiscale begunstiging

 

Wel kunnen ook aan derden voor gebruik overgedragene percelen in het kader van de erfbelasting begunstigd zijn. Dit is echter slechts onder strenge voorwaarden mogelijk, bijvoorbeeld als de erflater zijn oorspronkelijk zelf geleid bedrijf voor onbepaalde tijd verpacht en de pachter testamentair tot erfgenaam benoemt. Deze voorwaarden waren weliswaar niet voor het tankstation dat door een GmbH werd verpacht vervuld, omdat de vennootschap geen erfgenaam werd. Voor de parkeergarage waren de voorwaarden wel vervuld. Het was onbepaalde tijd aan de zoon verpacht en de erflater heeft deze tot erfgenaam benoemd. Toch was een begunstiging bij de erfbelasting niet mogelijk, aldus de BFH.

 

De begunstiging kan namelijk niet voor verpachte bedrijven worden verleend, indien zij voor hun verpachting niet de voorwaarde voor begunstigd vermogen vervulden, verduidelijkte de BFH. Dit was bij de parkeergarage het geval, want de erflater had de parkeerplaatsen in de parkeergarage al aan derden tegen betaling voor gebruik overgedragen. Derhalve betrof het bij de parkeergarage reeds voor de verpachting beheersvermogen, dat fiscaal niet begunstigd is.

 

BFH ziet geen ongelijke behandeling

 

In de kwalificatie van de parkeergarage als beheersvermogen ligt ook geen ongelijke behandeling ten opzichte van andere perceeloverdrachten zoals bijvoorbeeld in het kader van de afzet van eigen producten in de land- en bosbouw of bij een brouwerijbedrijf. Bovendien gaat het ook niet om de overdracht van woningen, die de wetgever anderzijds uit oogpunt van algemeen welzijn voor de erfbelasting heeft geprivilegieerd, aldus de BFH.

 

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert over erfbelasting en andere vragen van het belastingrecht.

Neem gerust contact met ons op.