Uitspraak van het Finanzgericht Nürnberg van 24-01-2024 – Az.: 3 K 1158/22)
Illegale arbeid kan zowel strafrechtelijke als fiscale ernstige gevolgen hebben. Naast forse boetes of gevangenisstraffen kan illegale arbeid de Belastingdienst ook machtigen om belastinginschattingen te maken, zoals blijkt uit een uitspraak van het Finanzgericht Nürnberg van 24 januari 2024 (Az.: 3 K 1158/22).
Illegale arbeid komt voor wanneer de werkgever geen belasting en/of sociale premies correct afdraagt voor de werknemer. De werkgever maakt zich niet alleen strafbaar, maar kan ook te maken krijgen met naheffingen, aldus het advocatenkantoor MTR Legal, dat onder andere advies geeft in fiscaal strafrecht.
Onderzoeken wegens verdenking van illegale arbeid
In de zaak bij het Finanzgericht (FG) Nürnberg ging het om een ondernemer die een ambachtsbedrijf met vier medewerkers leidde. Op aanbeveling van de Duitse pensioenverzekeringsmaatschappij voerden de bevoegde douanedienst en de Belastingdienst na een bedrijfscontrole verder onderzoek uit in het ambachtsbedrijf. Zij kwamen tot de conclusie dat de ondernemer werknemers zwart tewerkstelde. Hij betaalde eigen en externe werknemers contant onder valse inschakeling van servicebedrijven zonder loonadministratie te voeren.
De onderzoekers merkten op dat de omzet van het ambachtsbedrijf weliswaar was gestegen, maar het loonaandeel ongewoon laag was. Tegelijkertijd waren de kosten voor externe diensten zeer hoog. Het bleek dat de vermeende facturen afkomstig waren van fictieve bedrijven die in werkelijkheid geen diensten hadden geleverd. Zo werd tijdens het onderzoek het vermoeden versterkt dat het ging om dekkingsfacturen om illegale contante loonbetalingen te verhullen en dat het geld uiteindelijk weer bij de werkgever belandde.
Stijgende omzet, lage loonsom
Het vermoeden van illegale contante betalingen werd onderbouwd door de lage loonsom in de jaren tussen 2015 en 2019. De werknemers zouden in deze periode maandelijks slechts bedragen tussen 359 en 606 euro hebben verdiend. Zij waren als geringbetaalde werknemers in dienst en naar verluidt dienovereenkomstig laag uitbetaald. Omdat zij geen sociale uitkeringen ontvingen, zou hun inkomen volgens onderzoek van de douanedienst niet toereikend zijn geweest om in hun levensbehoeften te voorzien. Daarom bestaat het vermoeden dat zij fulltime werkten en een deel van hun loon als zwart geld ontvingen. Ook verdere onderzoeken versterkten het vermoeden van illegale arbeid.
De onderzoekers kwamen daarom tot de overtuiging dat er sprake was van illegale arbeid en belastingontduiking. Omdat er geen gegevens waren over de werkelijke loonsom, werd deze door de Belastingdienst op basis van verschillende parameters geschat en werd de loonbelasting dienovereenkomstig vastgesteld. Met een aansprakelijkheidsbesluit nam de Belastingdienst de werkgever aansprakelijk voor de loonbelasting en loonbelastinginhoudingen.
FG Nürnberg wijst klacht af
Deze verzette zich tegen het besluit en voerde aan dat de bevindingen alleen op vermoedens en verdenkingen waren gebaseerd. Zijn klacht bij het FG Nürnberg had echter geen succes.
Het hof voerde aan dat de werkgever volgens § 42d Abs. 1 Nr. 1 EStG verantwoordelijk is voor de juiste afdracht van de loonbelasting. Indien de omvang van het loon niet kan worden vastgesteld en de hoogte van de loonbelasting niet kan worden berekend omdat de werkgever de voorgeschreven boekhoudingen niet heeft bijgehouden, moeten de lonen en de daarop verschuldigde loonbelasting worden geschat op grond van § 162 AO. Dit was in het onderhavige geval het geval.
In de loongedreven bouwsector kan het hof bij illegale dienstverbanden in de vorm van illegale arbeid doorgaans twee derde van de netto-omzet als nettoloonsom inschatten, aldus het FG Nürnberg. Op de loonsom kan een belastingtarief van 14 procent worden toegepast. Dit lag binnen de schattingsbandbreedte van de Belastingdienst en was niet verhoogd, voegde het hof eraan toe.
Strafrechtelijke gevolgen
Naast de fiscale had de illegale arbeid voor de werkgever ook strafrechtelijke gevolgen. In een strafzaak werd hij door de bevoegde rechtbank veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar en 4 maanden wegens belastingontduiking. Daarnaast komt er nog een geldboete van 90 dagen tegen 50 euro per dag.
De uitspraak toont aan dat er bij illegale arbeid en belastingontduiking rekening moet worden gehouden met ernstige sancties. Daarom dient bij dergelijke beschuldigingen absoluut een deskundige advocaat te worden ingeschakeld, die een effectieve verdedigingsstrategie kan ontwikkelen.
MTR Legal adviseert in het belastingrecht en in het fiscaal strafrecht.
Neem gerust contact met ons op!