Belangrijke uitspraak over de aansprakelijkheid van GmbH-bestuurders

News  >  Gesellschaftsrecht  >  Belangrijke uitspraak over de aansprakelijkheid van GmbH-be...

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Inleiding: Het belang van de aansprakelijkheid van de bestuurder in het kader van de GmbH

De vraag van de aansprakelijkheid van bestuurders van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (GmbH) is een centraal thema in het Duitse vennootschapsrecht. In het bijzonder komt de regeling van § 64 GmbH-wet (nu § 15b InsO) steeds opnieuw in het middelpunt van rechterlijke en ondernemingsgerichte beschouwingen te staan. Deze norm legt vast onder welke voorwaarden bestuurders van een GmbH persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld, wanneer na het intreden van betalingsonmacht of overmatige schulden betalingen aan derden worden verricht. De voortdurende rechtspraak breidt het spectrum van aansprakelijkheidsrisico’s daarbij regelmatig uit – niet in de laatste plaats door het fundamentele arrest van het Oberlandesgericht (OLG) Düsseldorf van 23 juli 2018 (Az. I-4 U 93/16).

Juridisch kader: § 64 GmbHG en zijn doelstelling

Uitleg van de grondslagen van aansprakelijkheid

§ 64 GmbHG (thans § 15b InsO) heeft als doel het vennootschapsvermogen in het belang van de schuldeisers te beschermen zodra de vennootschap insolvent dreigt te worden. Zodra de GmbH betalingsonmacht of overmatige schulden heeft, zijn betalingen die vanaf dat moment worden gedaan bijzonder relevant voor de aansprakelijkheid.

De bestuursorganen, in het bijzonder de bestuurders, mogen vanaf dat moment geen betalingen meer doen die niet stroken met de zorgvuldigheid van een ordentelijke bedrijfsleider. Zo niet, dan zijn zij tegenover de vennootschap verplicht deze uitbetalingen te vergoeden – een aansprakelijkheid die met het oog op de crediteurenbescherming verstrekkende gevolgen heeft.

Abstracte en concrete aansprakelijkheidsrisico’s

De norm vormt geen rechtsgrondslag ten gunste van individuele schuldeisers, maar doet de vordering van de vennootschap of van een later benoemde insolventiecurator tegenover de organen ontstaan. In geval van insolventie komt deze vordering daarom niet zelden ten goede aan de gezamenlijke belangen van de schuldeisers.

Het arrest van het OLG Düsseldorf: Nieuwe accenten in de rechtspraak

Achtergrond en verloop van de procedure

Het fundamentele arrest van het OLG Düsseldorf (Az.: I-4 U 93/16) betrof een bestuurder die na het intreden van de betalingsonmacht toch gelden uit het vennootschapsvermogen aan derden had uitbetaald. De insolventiecurator eiste in rechte terugbetaling van deze bedragen. De kernvraag in deze procedure was hoe ver de aansprakelijkheid volgens § 64 GmbHG reikt en welke eisen aan een disculpatiebewijs of aan uitzonderingsgevallen worden gesteld.

Belangrijkste uitspraken en dogmatische vaststellingen

Het OLG Düsseldorf bevestigde de bestaande strikte interpretatie van de bestuurdersaansprakelijkheid:

  • Na het intreden van de insolventie zijn in beginsel alle betalingen aan derden aansprakelijkheidsbegründend, mits er geen uitzondering van toepassing is.
  • De bestuurder draagt hierbij de bewijslast dat een betaling overeenstemde met de zorgvuldigheid van een ordentelijk bedrijfsleider of dat sprake was van een uitzonderingsgeval (bijvoorbeeld in het kader van het behoud van de boedel).
  • De rechtbank benadrukte dat in principe alleen uitbetalingen die de boedelgarantie dienen of kader van een correcte voorbereiding van de insolventieaanvraag plaatsvinden, vrij van aansprakelijkheid zijn.

Afbakening van bevoorrechte betalingen

Het arrest benadrukt dat puur ‘boedelneutrale’ of zelfs ‘boedelvermeerderende’ betalingen toegestaan blijven, mits deze onmiddellijk en zonder tijdsverlies tot behoud van de boedel leiden (bijvoorbeeld de betaling aan een leverancier die in ruil daarvoor een nieuwe levering toezegt). Alle overige uitbetalingen moeten kritisch worden beoordeeld en vormen een risico op aansprakelijkheid.

Gevolgen voor de praktijk van het ondernemingsbestuur

Verhoogde verantwoordelijkheid en strengere controle-eisen

Het OLG Düsseldorf stelt met zijn uitspraak een duidelijk kader voor het management: Reeds bij de eerste tekenen van een financiële crisis van de GmbH dienen de verantwoordelijken een op maat gemaakt controlesysteem te implementeren en continu te controleren of er sprake is van insolventie. De feitelijke en juridische voorwaarden van afzonderlijke uitbetalingen dienen direct te worden getoetst en zorgvuldig te worden gedocumenteerd.

Het belang van bewijsvoering en documentatie

De uitspraak maakt verder duidelijk dat de organen een verzwaarde bewijslast dragen, vooral als zij zich op uitzonderingsgevallen willen beroepen. Deze bewijslast is in rechte geregeld bewerkelijk en vereist gedetailleerde vastlegging van alle betalingsverrichtingen, de motivering en het doel daarvan.

Insolventiecuratoren als rechthebbenden

Na opening van het insolventieproces nemen insolventiecuratoren vaak de rechten van de vennootschap over en vervolgen zij de vorderingen consequent, wat de praktische relevantie van deze aansprakelijkheid verder vergroot.

Plaatsbepaling en actuele ontwikkelingen

Relatie tot andere vennootschapsrechtelijke aansprakelijkheidsnormen

§ 64 GmbHG (nu § 15b InsO) dient te worden beschouwd in samenhang met andere civiel- en strafrechtelijke aansprakelijkheidsrisico’s voor de bedrijfsleiding. Daartoe behoren bijvoorbeeld de aansprakelijkheid op grond van § 43 lid 2 GmbHG bij opzettelijke plichtsverzuim, of algemene onrechtmatige daad. In de praktijk kunnen zich bij een economische crisis talrijke, deels parallel lopende grondslagen voor aansprakelijkheid voordoen.

Europese en internationale perspectieven

Ook in grensoverschrijdende situaties wint het thema aan belang – niet in de laatste plaats in de context van internationaal opererende concernstructuren en dochterondernemingen. Nationale aansprakelijkheidsregels zoals § 64 GmbHG worden daarbij steeds meer gedifferentieerd uitgelegd, vooral in het licht van de harmonisatie van Europese insolventieregels.

Conclusie en vooruitblik

Het arrest van het OLG Düsseldorf heeft de normen voor de beoordeling van de bestuurdersaansprakelijkheid van een GmbH na intreden van insolventie verder aangescherpt en maakt vooral de hoge zorgplicht en de verplichting tot terughoudendheid bij uitbetalingen van vennootschapsmiddelen duidelijk. De rechtspraak verlangt een weloverwogen en goed gedocumenteerde werkwijze, om het bestuur in staat te stellen zich te disculperen.

Gezien de complexiteit en de aansprakelijkheidsrisico’s bij dergelijke gevallen is het aan te raden bij onduidelijkheid over de omvang van de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan of bij dreigende financiële problemen in het bedrijf, professioneel advies in te winnen. Voor vragen over de aansprakelijkheid van bestuurders en de interpretatie van de actuele rechtspraak staan de advocaten van MTR Legal u graag ter beschikking.

Heeft u een juridisch probleem?

Reserveer uw consult – kies uw gewenste datum online of bel ons.
Landelijk telefoonnummer
Nu bereikbaar

Boek nu een terugbelverzoek

of schrijf ons!