Uitspraak van het BFH van 20.12.2023, Az.: I R 21/21
Een externe controle bij beperkt belastingplichtige personen kan alleen door de Belastingdienst en niet door het Federaal Centrale Kantoor voor Belastingen worden bevolen. Dit heeft het Bundesfinanzhof (BFH) verduidelijkt met een uitspraak van 20 december 2023 (Az. I R 21/21).
Als beperkt belastingplichtig worden personen beschouwd die in Duitsland inkomsten genereren, maar noch hun woonplaats noch hun gewone verblijfplaats in Duitsland hebben. Belast worden alleen de inkomsten die de beperkt belastingplichtige in Duitsland genereert, maar niet de inkomsten die hij in andere landen verdient, aldus de zakelijk advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, die ook adviseert in het Duitse en internationale belastingrecht.
De belasting bij beperkt belastingplichtigen wordt door het Federaal Centrale Kantoor voor Belastingen (BZSt) geheven. Het BZSt is echter niet verantwoordelijk voor het gelasten van een externe controle bij beperkt belastingplichtigen, waartoe bijvoorbeeld in het buitenland wonende artiesten behoren, om de correcte afdracht van belastingen te controleren. Dit valt binnen het takenpakket van de Belastingdienst, verduidelijkte het Bundesfinanzhof met de uitspraak van 20.12.2023 de verantwoordelijkheden van de autoriteiten.
Bedrijfsonderzoek bij concertdirectie
Aanleiding voor de beslissing van het BFH was een bedrijfsonderzoek bij een personenvennootschap die een concertdirectie in Duitsland exploiteert en een jaarlijks terugkerend muziekfestival organiseert. Bij het festival treden regelmatig buitenlandse artiesten op. Het honorarium dat de buitenlandse artiesten voor hun optreden ontvangen, is in Duitsland belastingplichtig.
De inkomstenbelasting op de honoraria wordt volgens § 50a lid 1 nr. 1 of nr. 2 EStG door middel van de zogenoemde belastingafdracht geheven. Dit betekent in de praktijk dat de concertdirectie een bepaald percentage van het honorarium inhoudt en dit bedrag direct aan de Duitse fiscus afdraagt. Op deze manier ging ook de concertdirectie te werk en stuurde de desbetreffende meldingen naar het voor de belastinginning verantwoordelijke BZSt.
Inkomstenbelasting op honoraria van buitenlandse artiesten
In februari 2020 beval de voor de concertdirectie verantwoordelijke Belastingdienst een bedrijfsonderzoek bij de vennootschap aan. Centraal stond de afdracht van de inkomstenbelasting op de honoraria van de buitenlandse artiesten. De concertdirectie verzette zich tegen het bevel tot onderzoek. Het financieel gerecht van Niedersachsen gaf de klacht in eerste instantie gelijk. De beslissing was gebaseerd op het feit dat niet de lokale Belastingdienst, maar het BZSt verantwoordelijk zou zijn voor de controle van een correcte belastingafdracht in het kader van een externe controle.
Het Bundesfinanzhof vernietigde het vonnis van het financieel gerecht van Niedersachsen in de beroepsprocedure. De rechters in München bevestigden aanvankelijk dat het de taak van het BZSt was om de belastingafdrachtprocedure volgens § 50a lid 1 EStG uit te voeren. Dit omvat ook de vaststelling van aansprakelijkheidsbeschikkingen, navorderingsbeschikkingen en hun executie. Echter, het is niet de taak van het BZSt om een externe controle uit te voeren.
Externe controle valt onder de bevoegdheid van de Belastingdienst
Bij de externe controle gaat het om een bijzondere maatregel tot vaststelling van de feiten, die strikt volgens een geformaliseerd proces moet worden uitgevoerd en juist geen deel uitmaakt van een aanslag of een belastingafdracht. De externe controle valt daarom binnen het takenpakket van de bevoegde Belastingdienst, voerde de BFH aan en wees de klacht van de concertdirectie af. Het BZSt is echter in principe niet verhinderd om deel te nemen aan een door de Belastingdienst bevolen externe controle.
Bij een bedrijfsonderzoek of externe controle kunnen alle belastingsoorten worden gecontroleerd. Wanneer een bedrijfsonderzoek plaatsvindt, ligt uitsluitend in de discretionaire bevoegdheid van de autoriteit, dus van de bevoegde Belastingdienst. De resultaten van een bedrijfsonderzoek kunnen leiden tot gewijzigde belastingaanslagen en aanzienlijke belastingnavorderingen. Belastingplichtigen hebben echter ook de mogelijkheid om zich tegen belastingnavorderingen te verzetten.
Bijtelling en belastingnavordering
Tot belastingnavorderingen kan het onder andere komen vanwege een onduidelijke of gebrekkige boekhouding, want daardoor kan de Belastingdienst gerechtigd zijn tot bijtellingen, die op hun beurt weer tot aanzienlijke belastingnavorderingen kunnen leiden. Voor zulke bijtellingen zijn er echter ook grenzen. Ze moeten vooral logisch, economisch haalbaar en verstandig zijn. Als ze overdreven zijn, hebben betrokkenen goede kansen om zich daartegen te verzetten.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert in het belastingrecht en behartigt uw belangen ook bij een bedrijfsonderzoek.
Neem gerust contact met ons op!
