Bank mag vergoeding voor kredietoverstap van nieuwe bank vragen

News  >  Bankrecht  >  Bank mag vergoeding voor kredietoverstap van nieuwe bank vr...

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Wisselingsvergoeding bij kredietaflossing: Landgericht Lübeck bevestigt vorderingsbevoegdheid van de af te lossen bank jegens de nieuwe bank

In het kader van een recent hoger beroep (vonnis van het LG Lübeck, zaaknr. 14 S 69/22) werd de toelaatbaarheid van een zogenaamde ‘wisselingsvergoeding’ bij de aflossing van een hypothecair consumentenkrediet nader belicht. Het vonnis werpt licht op de in de praktijk relevante rechten en plichten die bestaan bij de interbancaire aflossing van kredieten. In het bijzonder werd opgehelderd in hoeverre de af te lossen bank gerechtigd is van de nieuwe financierende bank een vergoeding in de vorm van een vergoeding te verlangen.

Uitgangssituatie: Vervroegde kredietaflossing door herfinanciering

In de onderhavige casus draaide het om een herfinanciering van een consumentenkrediet, die door de kredietneemster was geïnitieerd. De nieuwe bank had zich bereid verklaard de resterende schuld bij de oorspronkelijke bank af te lossen. Vervolgens vorderde de af te lossen bank een vergoeding voor het opstellen van een betalingsverzoek, dat de noodzakelijke gegevens voor een correcte kredietaflossing bevatte. De nieuwe bank betaalde het bedrag aanvankelijk, maar vorderde later terugbetaling en voerde aan dat het om een ontoelaatbare vergoeding ging in de zin van het civielrechtelijke verbod op het heffen van onredelijke vergoedingen in het consumentenkredietrecht.

Juridisch kader: Toelaatbaarheid van interne bankvergoedingen

Relevante normen en hun interpretatie

Het oordeel van het LG Lübeck is gebaseerd op de voor hypothecaire consumentenkredieten geldende bepalingen in het Burgerlijk Wetboek (§§ 488 e.v. BGB) en de voorschriften van de Wet toezicht betalingsdiensten (ZAG). De rechtbank kwalificeerde de geheven ‘wisselingsvergoeding’ niet als een schending van het verbod op ontoelaatbare consumentenvergoedingen.

Een essentieel criterium was hierbij het onderscheid tussen vergoedingen die rechtstreeks bij de consument worden geheven en die welke gericht zijn aan de aflossende bank. Volgens de rechtbank betreft de vergoeding geen klantentarief, maar vormt zij de compensatie voor extra administratieve inspanningen tussen de betrokken kredietinstellingen.

Beoordeling van de specifieke vergoeding

De af te lossen bank voert bij de kredietaflossing gewoonlijk diverse administratieve handelingen uit, zoals het opstellen van een aflossingsverklaring met alle op de peildatum relevante kredietgegevens. Het LG Lübeck beschouwde deze dienstverlening als een bijkomende prestatie, die – in tegenstelling tot de opvatting van de eisende bank – in de verhouding tussen de af te lossen en de nieuwe bank in principe los kan worden vergoed.

De dienstverlening van de af te lossen bank omvat onder meer de afstemming van rekeningen, gelijktijdige betalingstransacties en waar nodig overleg met het kadaster. Indien een andere kredietinstelling dergelijke diensten bestelt, kan hiervoor een redelijke vergoeding worden gevraagd.

Geen omzeiling van consumentenbeschermende bepalingen

De rechtbank verwierp het argument van de eisende bank dat de ‘wisselingsvergoeding’ een omzeiling zou zijn van de beschermende bepalingen ten nadele van consumenten. Consumenten worden immers niet rechtstreeks door de vergoeding getroffen en kunnen vrijwillig kiezen voor herfinanciering. De vergoedingen worden door het kredietinstituut zelf als aflossende bank gedragen en vallen binnen haar eigen contractuele afspraken met de klant.

Hoogte van de vergoeding en redelijkheid

In het voorliggende geval achtte de rechtbank het gevraagde bedrag van de wisselingsvergoeding gerechtvaardigd en niet onredelijk. Bepalend was vooral de gevraagde hoeveelheid werk en het feit dat de administratieve werkzaamheden buiten de reguliere contractadministratie vallen.

Betekenis voor de bancaire praktijk

Het arrest biedt duidelijkheid over de toelaatbare vormgeving van de aflossingsmodaliteiten bij een wisseling van kredietgever. Kredietinstellingen kunnen, zolang er geen directe belasting voor de consument ontstaat en de compensatie tussen banken plaatsvindt, een afzonderlijke vergoeding voor opdrachtgerelateerde diensten in rekening brengen. Banken wordt echter aangeraden om transparant vormgegeven aflossingsprocessen te hanteren en de kostenopgave en procesbeschrijving expliciet vast te leggen in de uitwisseling met de af te lossen bank.

Openbaarmakingspraktijk en contractvorming

Het is bijzonder belangrijk dat de respectieve vergoedingen transparant worden gecommuniceerd om verschillen tussen banken bij voorbaat uit te sluiten. De contractuele vormgeving blijft daarbij het resultaat van individuele afspraken, zolang de wettelijke kaders worden gerespecteerd.

Vooruitblik en opmerkingen

Het vonnis van het LG Lübeck weerspiegelt de huidige rechtspositie en is in overeenstemming met vergelijkbare uitspraken van andere rechtbanken. Ontwikkelingen dienen echter regelmatig te worden gevolgd, aangezien de bankensector – vooral op het gebied van consumentenbescherming – sterk in beweging is.

Indien er onduidelijkheden bestaan over de interpretatie en implementatie van aflossingsmodaliteiten of interne banktarieven, of indien aanpassing van gestandaardiseerde aflossingsprocedures gewenst is, wordt geadviseerd om gekwalificeerd juridisch advies in te winnen. MTR Legal Rechtsanwalt staat ondernemingen en banken met relevante ervaring bij in alle kwesties van het bank- en kapitaalmarktrecht.

Heeft u een juridisch probleem?

Reserveer uw consult – kies uw gewenste datum online of bel ons.
Landelijk telefoonnummer
Nu bereikbaar

Boek nu een terugbelverzoek

of schrijf ons!