Vereisten voor de onderhoudsbijslag bij onduidelijke vaderschap
In gevallen waarin het onderzoek naar de vaststelling van de tot onderhoud verplichte ouder faalt vanwege een anonieme relatie, in het bijzonder een zogenaamde “one-night-stand”, gelden er bijzondere eisen voor het toekennen van de onderhoudsbijslag. Dit onderwerp werd recentelijk behandeld door het Saksische Oberverwaltungsgericht in het vonnis van 3 augustus 2023 (zaaknr. 5 A 350/22). De rechtbank verduidelijkt de verplichtingen van de verzorgende moeder wanneer de identiteit van de andere ouder bij de aanvraag van de onderhoudsbijslag onduidelijk is. Daarbij staat de vraag centraal welke bewijzen van de moeder verlangd kunnen worden om haar onwetendheid over het vaderschap geloofwaardig te maken en welke inspanningen tot het onderzoek als redelijk kunnen worden beschouwd.
Achtergrond van de onderhoudsbijslag
De onderhoudsbijslag is een overheidsvoorziening die tot uitkering komt wanneer de onderhoudsplichtige ouder geen of onvoldoende kinderalimentatie betaalt. Een centraal beginsel van de Wet Onderhoudsbijslag (UVG) is het subsidiariteitsprincipe: De uitkering wordt alleen toegekend als de moeder of vader als verzorgende ouder al het redelijke heeft gedaan om de andere ouder op te sporen of bij te betrekken.
Juist bij situaties waar het vaderschap onduidelijk is en alleen éénmalig seksueel contact als basis diende, zijn de eisen aan de aanvraag bijzonder hoog. De verzorgende moeder draagt de stelplicht en bewijslast voor haar onwetendheid omtrent het vaderschap.
Eisen aan de geloofwaardigmaking van onwetendheid
Verplichtingen van de moeder van het kind
Blijft het vaderschap onduidelijk, dan moet de moeder van het kind volledig en begrijpelijk uiteenzetten waarom zij niet in staat is de vader te identificeren. De rechtbank verlangt een concrete en plausibele beschrijving van de omstandigheden waaronder het intieme contact heeft plaatsgevonden. Algemene uitspraken of zwijgen volstaan niet. Het is veeleer noodzakelijk het verloop van de ontmoeting, eventuele gesprekken en eventueel uitgewisselde gegevens – ook als deze onvolledig zijn – zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven.
Concrete onderzoeksmaatregelen
Tot de redelijke maatregelen behoort met name dat de moeder aanwezige aanwijzingen, ook als deze gering lijken, aan de bevoegde instantie doorgeeft. Gegevens zoals de naam, verblijfplaats, de omgeving of andere details moeten worden meegedeeld, voor zover die bekend zijn of kunnen worden achterhaald. De instantie beoordeelt in elk individueel geval of verdergaand onderzoek verlangd mag worden of dat de onwetendheid aannemelijk blijft.
Tot het redelijke van dergelijke maatregelen behoort volgens de rechtspraak ook dat de moeder moet proberen eventuele aanwijzingen over de identiteit van de vader via derden (vrienden, begeleiders, gastheren van feesten e.d.) te verkrijgen, mits dit zonder aanzienlijke belasting of gevaar voor de moeder mogelijk is.
Praktisch belang en gevolgen voor aanvragers
Het vonnis maakt duidelijk dat de enkele bewering dat het om een one-night-stand gaat zonder verdere kennis van de andere ouder, niet automatisch tot een recht op uitkering leidt. De rechtbank legt de lat voor de medewerkingsplicht hoog en benadrukt dat het recht op uitkering volgens de UVG altijd actieve medewerking vereist. Daaronder valt ook het doorgeven van minimale aanwijzingen en actief proberen aanvullende informatie te verkrijgen.
Als zulke inspanningen volledig objectief mislukken en geen verdere redelijke aanwijzingen kunnen worden verkregen, kan toch een uitkeringsplicht bestaan. Echter, de moeder moet dit op een geloofwaardige manier kunnen aantonen.
Beoordeling van het vonnis
Met haar uitspraak behandelt het Saksische Oberverwaltungsgericht complexe vragen rond de bewijslast en de omvang van de medewerkingsplicht binnen de Wet Onderhoudsbijslag. Het vonnis staat tevens voor de lijn van de bestuursrechters die bij onduidelijke afstammingsverhoudingen hogere eisen stellen aan de motivering om misbruik van de regeling te voorkomen. De procedure maakt duidelijk dat van de verzorgende persoon niet alleen eerlijkheid maar ook initiatief wordt verwacht, voor zover er realistische aanknopingspunten voor onderzoek bestaan.
Er moet rekening mee worden gehouden dat de uitspraak bij de bestuursrechter niet onherroepelijk is en nog onderwerp kan zijn van lopende juridische toetsingen. De individueel te beoordelen omstandigheden van het geval zijn daarbij doorslaggevend. (Bron: Saksisches Oberverwaltungsgericht, uitspraak van 03-08-2023, zaaknr. 5 A 350/22)
Verdere juridische vragen en contact
De geschetste eisen tonen de complexiteit van dergelijke situaties in het alimentatierecht. Vragen rond de medewerkingsplichten, de gang van zaken bij bestuursprocedures en het juridisch zekere doen van een aanvraag zijn vaak van groot economisch belang, zowel voor de aanvragers als in samenhang met andere aanspraken en verplichtingen. Voor verdere informatie en individuele beoordelingen van specifieke gevallen staan de Rechtsanwälte van MTR Legal u graag volledig ter beschikking.