Aanvechten van een schenking wegens grove ondankbaarheid: Vereisten aan de bewijslast van de schenker
Achtergrond en betekenis van het aanvechten van een schenking
Het aanvechten van een reeds voltooide schenking vormt in het Duitse civiele recht een bijzondere uitzondering. Hoewel schenkingen in principe onherroepelijk zijn, biedt § 530 BGB de schenker de mogelijkheid om teruggave van de schenking te eisen, indien de begiftigde zich door “grove ondankbaarheid” heeft onderscheiden. Dit betreft echter een restrictief te hanteren bepaling die de bescherming van de begiftigde en de rechtszekerheid benadrukt.
In het vonnis van de Landrechtbank Coburg (zaaknr.: 11 O 204/14, gepubliceerd op 17-03-2015) werd deze juridische norm door een praktijkrelevante beslissing verder aangescherpt. De kamer nam een zware bewijslast voor de schenker aan en benadrukte: Louter persoonlijke onvrede volstaat niet – er is veeleer bewijs vereist van ernstig wangedrag van de begiftigde dat objectief gezien als grove ondankbaarheid kan worden aangemerkt.
De wettelijke vereisten van § 530 BGB
Definitie en afbakening van grove ondankbaarheid
Het begrip grove ondankbaarheid is door jarenlange rechtspraak geconcretiseerd. Niet elk als ontrouw ervaren gedrag is voldoende; de wet eist een “ernstige daad van wangedrag” van de begiftigde jegens de schenker. Typisch hiervoor zijn strafbare feiten tegen het leven, de lichamelijke integriteit, het eigendom, de eer of het vermogen van de schenker. Ook blijvende en bewuste vernedering kan – in zeldzame gevallen – volstaan.
Vereisten aan omstandigheden en bewijsvoering
Van centraal belang in de Coburger procedure was de bewijskracht van de weergave van de feiten. Wie een schenking wegens grove ondankbaarheid wil aanvechten, draagt de volledige stelplicht en bewijslast. Onduidelijke, deels niet verifieerbare verklaringen of loutere verdachtmakingen zijn niet voldoende. De aangevoerde plichtsverzuimen van de begiftigde moeten overtuigend, duidelijk en aantoonbaar zijn. Het bewijs moet zowel met betrekking tot het tijdstip als de ernst en laakbaarheid van het gedrag worden geleverd.
Procedurele aspecten en rol van de rechtbank
Bewijsmaatstaf en bewijswaardering
De rechtbank is gehouden om alle omstandigheden van het specifieke geval te beoordelen. Bij beweringen die zien op intermenselijke interacties, komt de geloofwaardigheid van de aangedragen feiten evenals eventuele getuigen- en schriftelijke verklaringen een bijzondere betekenis toe. De uitspraak van de Landrechtbank Coburg onderstreept dat de terugvordering van gedane schenkingen niet als een “strafrechtelijke sanctie” mag worden opgevat, maar een civielrechtelijke waardering is van het verval van de schenkingsovereenkomst in ernstige uitzonderingsgevallen.
Individualiteit van het specifieke geval
Het begrip grove ondankbaarheid is steeds contextafhankelijk en dient rekening houdend met de individuele relatie en bijzonderheden van het specifieke geval te worden geïnterpreteerd. Situaties uit de familie- of zakelijke sfeer kunnen door rechtbanken verschillend worden beoordeeld – te meer daar emotionele conflicten vaak subjectief overdreven worden beschreven.
Betekenis voor de civielrechtelijke praktijk
Terugvordering van schenkingen: Hoge eisen
Het vonnis van het LG Coburg biedt aanleiding tot een nauwkeurige analyse van mogelijke vorderingen tot terugbetaling na schenkingen. Het benadrukt de hoge drempel waaraan de schenker moet voldoen wanneer hij zich op grove ondankbaarheid wil beroepen. Niet elke teleurstelling of intermenselijk verschil is voldoende; er is controleerbare, ernstige misdraging noodzakelijk welke het eigenlijke doel van de schenking – namelijk dankbaarheid en waardering – duurzaam ontkracht.
Preventieve overwegingen bij contractopstelling
Reeds vooraf dient bij de overdracht van aanzienlijke vermogensbestanddelen in het kader van een schenkingscontract ook rekening te worden gehouden met toekomstige ontwikkelingen. De beslissing om terugvorderingsrechten expliciet en duidelijk te regelen of voorwaarden aan een schenking te verbinden, kan bij een geschil van groot belang zijn en juridische conflicten tot een minimum beperken.
Samenvatting: De relevantie van bewijslast en rechterlijke toetsing
Het aanvechten van een schenking wegens grove ondankbaarheid is onderworpen aan strikte formele en materiële vereisten. De rechtspraak maakt duidelijk dat een vordering tot terugbetaling alleen bestaat wanneer een uitzonderlijk ernstig wangedrag van de begiftigde zonder enige twijfel kan worden bewezen. Rechtbanken wegen zorgvuldig af of aan de voorwaarden in het individuele geval is voldaan en verlangen van de schenker onderbouwde en verifieerbare verklaringen.
Discrete ondersteuning bij juridische vraagstukken
Rondom de problematische terugvordering van schenkingen, vermogensoverdrachten in het familierecht of vennootschapsrechtelijke constructies rijzen veel vragen die een nauwkeurige juridische beoordeling vereisen. Voor de deskundige afhandeling met betrekking tot het onderwerp schenking en grove ondankbaarheid staan de Rechtsanwälte van MTR Legal landelijk en internationaal ter beschikking.