Ontbrekende anonimisering van rechterlijke uitspraken in een deelstaat-rechtspraakdatabank: Aansprakelijkheidsrisico’s volgens LG Hamburg
Met het vonnis van 16-06-2025 (zaaknr. 324 O 278/23) heeft het Landgericht Hamburg centrale richtlijnen geformuleerd over de verantwoordelijkheid voor schendingen van persoonlijkheidsrechten bij de publicatie van rechterlijke uitspraken in een deelstatelijke rechtspraakdatabank. De uitspraak werd gedaan in het kader van een procedure, waarin werd geklaagd over het niet volledig anonimiseren van persoonsgegevens in een vrij toegankelijke, door de deelstaat beheerde databank.
Achtergrond: Publicatiepraktijk van rechterlijke uitspraken
In Duitsland bestaat een aanzienlijk publiek belang bij de transparante publicatie van rechterlijke uitspraken. Dergelijke publicaties hebben tot doel de navolgbaarheid van de rechtspraak te waarborgen en het vertrouwen in de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te versterken. Wettelijke bepalingen, waaronder § 169 GVG en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), stellen echter strikte grenzen: de persoonlijkheidsrechten van de in de uitspraken genoemde partijen en getroffen derden moeten strikt worden gewaarborgd. Dit wordt doorgaans zeker gesteld door het anonimiseren van persoonsgegevens.
Juridische maatstaf: Plichten en verantwoordelijkheden van de publicerende instantie
Met deze uitspraak bevestigt het Landgericht Hamburg dat de beheerder van een deelstatelijke rechtspraakdatabank een zelfstandige verplichting heeft tot zorgvuldige anonimisering van uitspraken. Als door gebrekkige anonimisering gevoelige persoonsgegevens worden gepubliceerd, kan dit een schending zijn van het algemene persoonlijkheidsrecht, in het bijzonder van het recht op informatieve zelfbeschikking.
Zorgvuldigheidseisen en technische gegevensbescherming
De motivering van de uitspraak benadrukt dat de zorgvuldigheidseisen zeer hoog zijn. De publicerende instantie – in dit geval een publiekrechtelijke organisatie – is niet alleen verantwoordelijk voor duidelijke persoonsgegevens (zoals namen en adressen), maar moet ook verborgen en indirecte identificatierisico’s in overweging nemen. Hieronder vallen bijvoorbeeld combinaties van zaaknummers, specifieke casusposities of gedetailleerde beschrijvingen die conclusies over betrokkenen kunnen toelaten.
Het gerecht wijst er bovendien uitdrukkelijk op dat technische en organisatorische maatregelen noodzakelijk zijn om de beschermingsbehoefte effectief te verwezenlijken. Zelfs een eenmalige publicatie van onvoldoende geanonimiseerde uitspraken kan een aanzienlijke inbreuk op het persoonlijkheidsrecht vormen en daarmee een aansprakelijkheidsclaim rechtvaardigen.
Juridische aansprakelijkheidsgevolgen bij gebreken in de anonimisering
Recht op achterwege laten, informatie en eventueel schadevergoeding
Volgens het LG Hamburg heeft de betrokkene in principe recht op verwijdering van zijn persoonsgegevens en op het voorkomen van verdere publicaties in niet-geanonimiseerde vorm. Ook worden er rechten op informatie genoemd met betrekking tot de reikwijdte en de kring van ontvangers van de gepubliceerde gegevens.
Een bijzonderheid is de mogelijke aansprakelijkheid voor immateriële schade conform art. 82 AVG, voor zover de publicatie samengaat met een gegevensverwerking in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en het persoonlijkheidsrecht is geschonden. Daarnaast bestaan er civielrechtelijke vorderingen tot nalaten en verwijdering op grond van §§ 823, 1004 BGB (overeenkomstig).
Verantwoordelijkheid en organisatiefout
Bepalend is ook de vraag of er sprake is van een organisatiefout als er geen voldoende controlemechanismen voor de anonimisering zijn ingevoerd. Het gerecht benadrukt dat het niet op individuen aankomt, maar op een correcte structuur en controle binnen de instelling.
Afgrenzing ten opzichte van de redactionele pers
Ter bescherming van de persvrijheid volgens art. 5 GG wordt duidelijk gemaakt dat publiekrechtelijke databanken die door overheidsinstanties worden beheerd, niet onder het media-privilege van de AVG vallen. Dit leidt tot strengere eisen voor de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking dan bij journalistiek-redactioneel werkende organisaties.
Praktische gevolgen van de uitspraak
Voor instellingen die uitspraken publiceren – in het bijzonder rechtbanken en aanverwante autoriteiten – krijgt de consequente implementatie van interne anonimiseringrichtlijnen extra gewicht. Ook particuliere actoren die zich bezighouden met het publiceren van rechterlijke uitspraken moeten zich richten naar de hoge zorgvuldigheidsnormen.
Vooruitblik: Gevolgen voor de digitalisering van de rechtspraak
De digitalisering zet zich onstuitbaar door in de rechtspraak. De uitspraak van het LG Hamburg maakt duidelijk dat aspecten van gegevensbescherming en persoonlijkheidsrechten bij alle digitaliseringsinitiatieven van de rechterlijke macht consequent moeten worden meegenomen. De ontwikkeling van technische anonimiseringstools en regelmatige controle van publicatieprocessen zijn essentieel voor een rechtsconforme en transparante omgang met rechterlijke uitspraken.
De volledige uitspraak van het Landgericht Hamburg kan worden nagelezen op urteile.news [Bron]. Deze procedure is onherroepelijk afgerond. Een verdergaande hoogste rechterlijke uitspraak zou de eisen in de toekomst nog kunnen preciseren.