Fiscale schatting na bedrijfscontrole

News  >  Fiscale schatting na bedrijfscontrole

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Na een bedrijfscontrole komt het vaak tot een bijschatting door de belastingdienst. Deze kan echter aanzienlijk te hoog uitvallen en belastingplichtigen kunnen zich ertegen verweren.

Onduidelijke of onvolledige boekingsdocumenten leiden na een bedrijfscontrole vaak tot bijschattingen door de belastingdienst en dit leidt voor de betrokkenen tot naheffingen. Deze bijschattingen zijn echter vaak overdreven en ten minste qua hoogte niet altijd toegestaan, aldus de rechtsanwaltskanzlei MTR Legal Rechtsanwälte, die een zwaartepunt van haar advies in het belastingrecht heeft.

De belastingdienst kan de bijschattingen echter niet naar eigen goeddunken uitvoeren. De Bundesfinanzhof heeft al met vonnis van 26 februari 2018 beslist dat de resultaten van een belastingraming logisch, economisch haalbaar en redelijk moeten zijn (Az. X B 53/17). De belastingraming moet zich dus oriënteren aan feitelijke aanwijzingen om de grondslagen voor belastingheffing vast te stellen. Indien dat het geval is, kan de belastingdienst bij een niet ordentelijke boekhouding een veiligheidsopslag bepalen. In een procedure moet de belastingdienst aantonen dat de belastingraming begrijpelijk is.

Ondanks de duidelijke rechtspraak van de BFH gebeurt het steeds weer dat de belastingcontroleurs bij schattingen hun doel voorbijschieten en opgelegde veiligheidsopslagen ongeoorloofd zijn. Zo was het ook in een procedure voor het Finanzgericht Münster (Az.: 10 K 261/17 K, U).

In het onderliggende geval had de belastingdienst in het kader van een bedrijfscontrole boekhoudkundige gebreken bij een open kassa vastgesteld. Er waren verborgen kasstortingen van onduidelijke herkomst. De enige aandeelhouder verklaarde daarbij dat het stortingen uit zijn privévermogen betrof. Vervolgens evalueerden de controleurs de privérekeningen van de aandeelhouder en stelden tekorten vast. Deze bedragen behandelden zij vervolgens in het kader van de bijschatting als extra inkomsten van de vennootschap en bovendien als verborgen winstuitkeringen aan de aandeelhouder.

Het Finanzgericht Münster ging daar echter niet in mee. Alleen omdat de herkomst van de middelen bij de aandeelhouder niet op te helderen was, rechtvaardigde dat niet de aanname dat het om een verborgen winstuitkering zou gaan. Een bijschatting bij de vennootschap was door de onduidelijke herkomst van de middelen niet gerechtvaardigd, aldus de rechtbank.

Het vonnis toont aan dat niet elke bijschatting gerechtvaardigd is.

MTR Legal Rechtsanwälte adviseren bij bedrijfscontroles en in belastinggeschillen bij bijschattingen.

Neem nu contact op.

➤ Advocaat Belastingrecht – meer informatie!