Familiehuis – Vrijstelling van de erfbelasting

News  >  Erbrecht  >  Familiehuis – Vrijstelling van de erfbelasting

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Alleen de gezinswoning kan belastingvrij worden geërfdZelfs als zich in de nalatenschap een vergelijkbaar object bevindt, kan alleen de gezinswoning belastingvrij geërfd worden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Dit maakte het Finanzgericht Niedersachsen duidelijk met de uitspraak van 13 maart 2024 (Az.: 3 K 154/23). De erfgenaam kan een vergelijkbaar onroerend goed in de nalatenschap niet tot gezinswoning maken.

Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, kan de gezinswoning belastingvrij worden geërfd. Om de vrijstelling van erfbelasting mogelijk te maken, moet de erflater de gezinswoning zelf tot het moment van overlijden hebben bewoond, tenzij dit om dwingende redenen, zoals gezondheidsproblemen, niet mogelijk was. Bovendien moet de erfgenaam de gezinswoning onmiddellijk, wat in de regel binnen 6 maanden na intrede van het overlijden betekent, zelf voor woondoeleinden gebruiken en het minstens 10 jaar bewonen. Daarnaast mag de woonoppervlakte niet groter zijn dan 200 vierkante meter, aldus de juridische firma MTR Legal Rechtsanwälte, die onder andere in erfrecht adviseert.

Meerdere appartementen geërfd

De voorwaarden voor de vrijstelling van erfbelasting waren in de procedure voor het Finanzgericht Niedersachsen in principe vervuld. Echter, de erfgenaam wilde de belastingvrijstelling niet voor het appartement dat zijn moeder tot haar dood bewoonde, maar voor een vergelijkbaar appartement in hetzelfde meergezinswoning, dat ook aan de overleden moeder toebehoorde en al door de zoon werd bewoond. Daar ging het Finanzgericht Niedersachsen echter niet mee akkoord.

De erflater in de onderhavige zaak bezat meerdere appartementen in een meergezinswoning. Het appartement op de zolder bewoonde zij zelf, een ander appartement op de tweede verdieping gebruikte haar zoon als huurder. Na het overlijden van zijn moeder trok de zoon niet in het appartement van de erflater, maar bleef in zijn ‘oude’ appartement wonen. Het voormalige appartement van de moeder verhuurde hij.

Belastingvrijstelling alleen voor gezinswoning

Voor het appartement dat hij bewoonde, vroeg de zoon vrijstelling van de erfbelasting aan. De afzonderlijk vastgestelde vastgoedwaarden verschilden weliswaar van elkaar, toch ging het om twee nagenoeg identieke appartementen in hetzelfde huis. Het leek hem daarom niet zinvol om naar het eerder door de erflater gebruikte zolderappartement te verhuizen. Daarom woont hij verder in zijn huidige appartement, aldus de zoon.

De belastingdienst verklaarde dat de vrijstelling van erfbelasting alleen voor de gezinswoning, dus voor het door de moeder gebruikte appartement, mogelijk was en wees de aanvraag af. Ook met zijn klacht tegen de belastingaanslag had de zoon geen succes.

Erfgenaam moet gezinswoning bewonen

Het Niedersächsische Finanzgericht besliste dat de belastingdienst terecht de vrijstelling van erfbelasting niet had verleend. Voorwaarde voor een vrijstelling van erfbelasting bij de gezinswoning is dat de erflater de gezinswoning tot het moment van overlijden voor eigen woondoeleinden heeft gebruikt, tenzij hij door dwingende redenen verhinderd was tot eigen gebruik. Bovendien moet de erfgenaam de gezinswoning onmiddellijk voor eigen woondoeleinden gebruiken, voerde de rechtbank aan.

Daarbij is het noodzakelijk dat hij daadwerkelijk in de gezinswoning trekt en daar woont. Een loutere bestemming voor eigen gebruik, bijvoorbeeld door vermelding in de erfbelastingaangifte, is daarentegen niet voldoende als er geen daadwerkelijke intrek volgt. Als de erfgenaam de gezinswoning niet voor eigen woondoeleinden gebruikt, is een vrijstelling van erfbelasting niet mogelijk, stelde het FG Niedersachsen duidelijk. De belastingvrijstelling zou zelfs dan niet in aanmerking komen, als de erfgenaam door dwingende redenen verhinderd is tot eigen gebruik.

Gezinswoning kan niet ‘geruild’ worden

Het appartement dat door de zoon werd bewoond, kan niet als belastingbegunstigde gezinswoning worden beoordeeld, omdat de erflater daar niet heeft gewoond. Het door haar gebruikte zolderappartement vormt de gezinswoning. Aangezien de zoon de gezinswoning na het overlijden echter niet onmiddellijk voor eigen woondoeleinden heeft gebruikt, is hier ook geen sprake van erfbelastingvrijstelling. Een gezinswoning kan niet door een ander appartement in hetzelfde huis worden vervangen, maakte de rechtbank verder duidelijk.

Het vonnis laat zien dat een belastingvrijstelling bij de gezinswoning mogelijk is, maar dat de voorwaarden daarvoor vervuld moeten zijn.

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert over erfbelasting en andere vragen van het erfrecht.

Neem gerust contact met ons op!