OLG Koblenz over legitieme portie bij schenking van onroerend goed

News  >  Erbrecht  >  OLG Koblenz over legitieme portie bij schenking van onroerend goed

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Ook schenkingen die meer dan tien jaar geleden plaatsvonden, kunnen bij een erfenis invloed hebben op de aanspraken van de overige erfgenamen. Dat toont een uitspraak van het OLG Koblenz van 24.04.2023 (Az. 12 U 602/22).

Schenkingen bij leven van de erflater die langer dan tien jaar geleden plaatsvonden, hebben bij een erfenis doorgaans geen invloed op de aanspraken van de erfgenamen. Er kunnen echter uitzonderingen zijn als de schenking als een voorziening wordt beschouwd. Dan heeft het ook na het verstrijken van de tien jaar nog invloed op de zogenoemde aanvullingsaanspraken op het legitieme portie van de erfgenamen, aldus de rechtsanwaltskanzlei MTR Legal Rechtsanwälte, die adviseert op het gebied van erfrecht.

In de procedure voor het Oberlandesgericht Koblenz liet de erflater bij haar overlijden een zoon en twee kleindochters achter, kinderen van haar reeds overleden dochter. In een notariële testament had de erflater haar zoon tot enige erfgenaam benoemd. Al 13 jaar voor haar dood had ze haar zoon een pand met meerdere huurwoningen en winkels geschonken. De huurinkomsten vloeiden naar de rekening van de zoon.

De kleindochters, die in het testament niet werden vermeld, eisten hun legitieme portie op. Daarbij voerden zij aan dat ook de schenking van de onroerend goed in aanmerking moest worden genomen, omdat het bij de schenking om een voorziening ging volgens § 2050 Abs. 1 BGB, dat wil zeggen om een gift die bedoeld is om een levensstandaard te verkrijgen of te behouden.

Het OLG Koblenz erkende dat schenkingen van verhuurd onroerend goed vaak als een voorziening gezien kunnen worden, maar dat in dit geval de situatie anders was. De rechtbank lichtte toe dat de zoon op het moment van de schenking reeds 28 jaar oud was, getrouwd was en een eigen onderneming had opgericht. Samen beschikte het echtpaar over een aanzienlijk inkomen dat een passende levensstandaard mogelijk maakte, ook los van de schenking. Daarom was er bij de schenking geen sprake van een voorziening, ook al leidde deze tot een verhoogde levensstandaard. De onroerend goed moet daarom niet worden meegenomen bij de legitieme aanspraken van de kleindochters, besloot het OLG Koblenz.

MTR Legal Rechtsanwälte adviseren op het gebied van erfrecht.

Neem nu contact op.

➤ Advocaat erfrecht – meer te weten komen!